A.F.A.M. Wetzer, 18 april 2009
BeschrijvingAlgemeen:Dit vrijliggende, L-vormige woonhuis uit de late negentiende eeuw, is gelegen aan de zuidzijde van de Berlicumseweg, nabij een negentiendeeeuwse brug over de Groote Wetering. Het pand, van oorsprong een tramstation, bestaat uit twee bouwdelen. Het rechthoekige deel dat oorspronkelijk ondermeer de functie van wachtruimte had, is met de lange zijde naar de straat gekeerd en heeft twee niveau’s. Ter linkerzijde van de wachtruimte is het tweede bouwdeel geplaatst. Beide bouwdelen zijn voorzien een zadeldak. Het dak van de wachtruimte is gedekt met gesmoorde kruispannen, het dak van de remise met verbeterde Hollandse pannen.Over de gehele breedte van de straatgevel van de wachtruimte is een overkapping aangebracht. Het glazen lessenaardak wordt gedragen door gietijzeren zuiltjes. Het ontbreken van de basementen wijst erop dat het muurwerk onder de zuiltjes later is aangebracht. Voor de overkapping staan vijf lindebomen. Achter het gebouw is een moderne garage gelegen die los van het hoofdpand staat. Voorgevel:De in kruisverband gemetselde gevel van de wachtruimte is op begane grond niveau geleed met vijf gevelopeningen, alle voorzien van een anderhalfsteens strekse boog met hardstenen sluitsteen. Geheel links in de gevel is het deurkozijn met paneeldeur en drieruits bovenlicht gepositioneerd. De overige vensteropeningen zijn voorzien van een T-venster met een eveneens drieruits bovenlicht en een schuivend onderraam. Oorspronkelijk is de gevel symmetrisch van opzet geweest, de deur zat in het midden en werd geflankeerd door twee vensters. De gevel wordt gesierd door een gecementeerde plint, twee hardstenen speklagen, een aantal sierankers en de rijk geprofileerde bakgoot. De in bakstenen gemetselde Vlaamse gevel is voorzien van een met pannen gedekt zadeldak met windveer en een beschot in kraalschroten. Het venster in de Vlaamse gevel heeft een tweeruits schuivend onderraam en een drieruits bovenlicht.De eveneens in kruisverband gemetselde voorgevel van het dwarsgeplaatste bouwdeel is op begane grond niveau geleed met twee gevelopeningen, beide met hardstenen onderdorpels en anderhalfsteens strekse boog. De T-vensters hebben een drieruits bovenlicht en schuivend onderraam. Het muurwerk is aan weerszijden van de vensters vernieuwd. Het vermoeden bestaat dat deze gevel van oorsprong voorzien is geweest van remisedeuren. In de top van de gevel is de afdruk zichtbaar van een grote klok die daar gehangen heeft. Hoewel de gecemen- | 1 |
teerde plint over dit bouwdeel doorloopt, ontbreekt de geleding met speklagen in deze gevel.Linkerzijgevel:Deze in kruisverband gemetselde zijgevel is geleed met drie vensteropeningen, alle voorzien van een anderhalfsteens strekse boog en hardstenen onderdorpel. Het venster links in de gevel is kleiner dan de overige twee vensters, die identiek zijn aan de vensters in de voorgevel.Rechterzijgevel:De eveneens in kruisverband gemetselde rechterzijgevel is symmetrisch van opzet. De twee gevelopeningen op begane grond niveau zijn voorzien van T-vensters met drieruits bovenlicht en draaiende onderramen. In de late twintigste eeuw zijn voorzetramen aangebracht. De beide vensters op zolderniveau zijn kleiner, maar stilistisch identiek aan de vensters op het beganegrondniveau. De anderhalfsteens strekse bogen boven de gevelopeningen zijn voorzien van een hardstenen sluitsteen. De vier speklagen in de gevel zijn aangebracht ter hoogte van de hardstenen onderdorpels en de kalven van de T-vensters. De gecementeerde plint is doorgezet in deze gevel. De speklagen uit de voorgevel van de wachtruimte zijn over het muurwerk van de rechterzijgevel van het dwarsdeel voortgezet.Achtergevel:De achtergevel van het dwarsdeel ligt in het verlengde van de achtergevel van de wachtruimte. De gevel gaat deels schuil achter begroeiing en een groot zonnescherm. De vensteropening in het dwarsdeel heeft een steens rollaag en bevat een T-venster met tweeruits bovenlicht en schuivend vierruits onderraam. De achterdeur zit in het midden van de gevel van de wachtruimte. Ter rechterzijde bevindt zich een vensteropening met anderhalfsteens strekse boog. Boven het venster is een eenvoudige dakkapel gepositioneerd.Oorspronkelijk zal links naast de deur eenzelfde venster gezeten hebben. Tijdens een verbouwing heeft dit venster plaats gemaakt voor een beduidend bredere pui. Interieur:Het interieur maakt geen onderdeel uit van deze verkenning. | 2 |
Redengevende omschrijvingHet pand heeft sociaal- en cultuurhistorische betekenis als voormalige tramhalte en omdat het representatief is voor de late negentiende eeuw. De gevels, de bouwmassa en de situering geven het gebouw monumentale waarde. De ensemblewaarde draagt hieraan bij. | 3 |
Baksteen, speklagen. Gietijzeren sierankers. T-ramen. Wolfsdak. Kruispannen. Vijf snoeilinden, ca 150 cm omtrek. Van typologisch belang. |
???? | F.A. Vermeulen |